Second opinion
Een werknemer kan een verzoek voor een second opinion indienen. De arbodienst moet gehoor geven aan dit verzoek, tenzij er zwaarwegende argumenten zijn om dat verzoek af te wijzen. Redenen van afwijzing kunnen zijn: het oneigenlijk of herhaaldelijk gebruik van een second opinion, een gewenst antwoord zoeken, bewust traineren van de re-integratie, bewust schaden van de werkgever of de arbodienst of steeds vragen om een advies over dezelfde vraag. De tweede bedrijfsarts mag niet werkzaam zijn bij dezelfde arbodienst.
Naast een second opinion voor de verzuimbegeleiding kan ook een second opinion worden aangevraagd bij de uitvoering van een PAGO of een advies van de bedrijfsarts over gezondheidsaspecten in verband met de arbeid. Er kan geen second opinion worden aangevraagd over een aanstellingskeuring.
Een werkgever kan geen second opinion aanvragen.
Oplossing
Het komt voor dat een werknemer het niet eens is met het advies van de arts. In dat geval proberen beiden er eerst samen uit te komen. Vaak leidt dit al tot een oplossing. Lukt dat niet, dan kan een consult plaatsvinden bij een andere arts van Verzuimteam.
Second opinion is een vrij intensief traject en kan enkele maanden duren. Ondertussen gaat de re-integratie gewoon door. Het is niet bedoeld om direct te worden ingezet na een eerste consult, maar meer in de loop van het verzuim, wanneer een medewerker het niet eens is met het re-integratiebeleid. Een second opinion vindt plaats bij een arts die niet werkzaam is voor Verzuimteam. De reden van de second opinion moet bij de aanvraag worden onderbouwd.
De aanvraag om een second opinion heeft geen opschortende werking.
De werknemer moet in gesprek met zijn werkgever en re-integratieafspraken maken.
Het is evident dat dit niet bijdraagt aan een gezonde arbeidsrelatie.
Tot er duidelijkheid is, is het verstandig dat partijen zich coulant opstellen.
Procedure
De werknemer schakelt niet zelf een andere bedrijfsarts in, dat doet de arbodienst of de bedrijfsarts zelf. De werknemer geeft uitdrukkelijk toestemming om de beschikbare relevante medische informatie aan de bedrijfsarts die de second opinion uitvoert te verstrekken. Daarnaast verstrekt de bedrijfsarts ook de relevante informatie over de omstandigheden in het bedrijf. Hiervoor hoeft de werknemer geen toestemming te geven.
De werknemer bepaalt of het advies van de tweede bedrijfsarts aan de eerste bedrijfsarts beschikbaar wordt gesteld. De eerste bedrijfsarts maakt gemotiveerd kenbaar of hij wel, niet of gedeeltelijk mee gaat met het advies van de tweede bedrijfsarts en herziet eventueel zijn advies.
Het is dus niet zo dat de werknemer kan kiezen welk advies hij opvolgt. De eerste bedrijfsarts kan overwegen om de begeleiding over te dragen aan een andere bedrijfsarts. Zonder vertrouwen kan er geen goede relatie tussen bedrijfsarts en de werknemer bestaan.
Deskundigenoordeel
Een second opinion wordt snel verward met een deskundigenoordeel van het UWV. Deze kan zowel door de werkgever als door de werknemer worden aangevraagd. Dit kan wanneer de werkgever en de werknemer het niet eens zijn over de beperkingen voor de eigen of passende arbeid. Hierover moet dan wel een meningsverschil bestaan. Ook kan een deskundigenoordeel worden aangevraagd wanneer er twijfel is of er voldoende re-integratie-inspanningen worden geleverd. Een werkgever kan een deskundigenoordeel strategisch inzetten om te vragen of er voldoende is gedaan om de medewerker te re-integreren. Er is dan nog voldoende tijd om bij te sturen, waarmee een loonsanctie (derdejaars loondoorbetaling) wordt voorkomen.
Wanneer een werkgever een verzoek indient bij de kantonrechter om een arbeidsovereenkomst te ontbinden vanwege frequent verzuim of wegens niet meewerken aan de re-integratie, dan zal de kantonrechter veroeken een deskundigenoordeel te overleggen. Ook bij een procedure tegen een loonstop wordt gevraagd om een deskundigenoordeel. De kantonrechter kan dit advies, evenals een second opinion naast zich neer leggen. Dit gebeurt als het advies gebrekkig is gemotiveerd of onzorgvuldig tot stand gekomen is.
Kosten
het UWV brengt voor een deskundigenoordeel bij de werknemer € 100,-- in rekening en bij de werkgever € 400,--. De kosten voor een second opinion worden betaald door de werkgever, tenzij de werknemer zelf een andere bedrijfsarts inschakelt. Dan betaalt hij de kosten zelf.